Voorbeeld 1: schoolarts - ergotherapie - fysiotherapie
Een meisje van 6 jaar wordt door de GGD-schoolarts naar de ergotherapie verwezen omdat ze problemen heeft met haar fijne motoriek. Tijdens het ergotherapeutisch onderzoek blijkt dat deze problemen veroorzaakt worden doordat het meisje weinig tot geen stabiliteit kan opbouwen in haar vingergewrichten. Daardoor is tekenen en kleuren voor haar heel vermoeiend. Ze kan het niet goed volhouden, waardoor ze veel om haar heen gaat kijken (concentratieproblemen).
Haar moeder geeft aan dat haar dochter op de zwemles al maanden bezig is in groepje 3. Dit komt omdat ze bepaalde bewegingen niet goed kan maken. De ergotherapeut adviseert om een screening te laten uitvoeren door een kinderfysiotherapeute. Dat wordt op zeer korte termijn geregeld. De fysiotherapeut belt de moeder voor een afspraak. Een week later is het onderzoek afgerond. De fysiotherapeut brengt een advies uit en bespreekt dit met de moeder, die het op haar beurt met de zwemleraar doorneemt. De zwemleraar krijgt zo concrete tips hoe hij het beste kan omgaan met de bewegingsproblemen van het meisje.
Voorbeeld 2: fysiotherapie - huisarts - ergotherapie
Een man van 72 jaar heeft longproblemen en daardoor problemen met lopen. Samen met de fysiotherapeut wordt gewerkt aan het verbeteren van de conditie. Tijdens de therapie constateert de fysiotherapeut dat de man maximaal functioneert als hij kan lopen met een rollator. Hij heeft voortdurend hulp nodig, bijvoorbeeld bij het boodschappen doen of bij het posten van een brief. De fysiotherapeut adviseert daarom ergotherapie om samen met de client te kijken hoe het verplaatsen buitenshuis verbeterd kan worden. De fysiotherapeut regelt via de huisarts een verwijskaart voor ergotherapie.
De fysiotherapeut belt naar de ergotherapeut, legt uit dat de huisarts akkoord is en dat de verwijskaart bij de huisarts klaar ligt. Door snel te schakelen kan direct een afspraak worden ingepland.
Voorbeeld 3: logopedie - ergotherapie
Een jongetje uit groep 3 is naar de logopedie verwezen omdat hij problemen heeft met lezen en met spelling. Tijdens de behandeling valt op dat het schrijven ook erg veel energie vraagt en dat het jongetje erg krampachtig schrijft. Hij heeft moeite om tussen de lijnen te schrijven. De logopediste vraagt de ergotherapeut om mee te kijken naar de schrijfmotoriek tijdens de logopediebehandeling. De ergotherapeut adviseert de ouders welke verdere stappen zij kunnen ondernemen.
Voorbeeld 4: huidtherapie - ergotherapie - huisarts
Een vrouw van 47 laat bij de huidtherapeute haar littekens behandelen die ontstaan zijn door brandwonden als gevolg van een ongeval. Zij kan haar arm en schouder onvoldoende gebruiken, waardoor zij bijvoorbeeld niet in staat is om zich zelfstandig aan- en uit te kleden. Om verbetering te brengen in deze situatie, belt de huidtherapeute in het bijzijn van de vrouw met de ergotherapeut. De ergotherapeut geeft telefonisch aan de client uitleg over de procedure (verwijzing en behandeling). Ook wordt er direct een afspraak gemaakt.
Voorbeeld 5: fysiotherapie - podotherapie
Een fervent voetballer van 38 loopt al enige tijd met achillespeesklachten. Na behandeling van de fysiotherapeut is de man vaak tijdelijk klachtenvrij, echter na een paar weken begint het verhaal telkens opnieuw. De fysiotherapeut besluit de podotherapeut in te schakelen om de voetstand te beoordelen. De podotherapeut ziet tijdens het onderzoek dat er sprake is van een voet die naar binnen kantelt tijdens staan en lopen. Hierdoor ontstaan er continu overmatige trekkrachten op de achillespees. In overleg wordt er besloten om steunzolen te maken voor zowel de dagelijkse schoenen als de voetbalschoenen. Bij de controle van de steunzolen na 6 weken bij de podotherapeut blijkt dat er geen klachten meer zijn.
Voorbeeld 6: specialist - huidtherapie - fysiotherapie
Een vrouw van 53 jaar is op verwijzing van de specialist in behandeling bij de huidtherapeut in verband met lymfoedeem van haar linkerarm en een verkleefd litteken ten gevolge van een borstamputatie. De huidtherapeut merkt op dat er ook sprake is van een bewegingsbeperking van de linkerarm en -schouder, die niet veroorzaakt wordt door het litteken of verklevingen in de oksel. Omdat de huidtherapeut en de fysiotherapeut in hetzelfde gebouw werkzaam zijn, is er meteen een fysiotherapeut beschikbaar die de arm-schouderfunctie beoordeelt. Hij constateert dat er duidelijk ook sprake is van schouderproblematiek. In overleg met mevrouw en de specialist wordt ook fysiotherapie opgestart. Gedurende de behandelreeks vindt regelmatig overleg plaats tussen de huidtherapeut en fysiotherapeut. Bovendien worden de afspraken op elkaar afgestemd zodat de patiënte maar tweemaal per week naar de praktijk hoeft te komen en tussen de afspraken van huidtherapie en fysiotherapie niet hoeft te wachten.